Nieuws
Houd deze pagina in de gaten voor het laatste nieuws en onze inloopspreekuren.
Bijtelling emissievrije auto
De verlaagde bijtelling voor emissievrije personenauto’s blijft bestaan. De verlaagde bijtelling bedraagt in 2021 12%. In 2022 bedraagt de verlaagde bijtelling 16%. Het deel van de catalogusprijs waarover de verlaging wordt toegepast voor nieuwe auto’s wordt verlaagd van € 40.000 in 2021 naar € 35.000 in 2022. Vanaf 2023 geldt de verlaagde bijtelling voor de eerste € 30.000 van de catalogusprijs. Dit moet de zakelijke markt stimuleren om goedkopere emissievrije auto’s aan te schaffen of te leasen die kunnen doorstromen naar de particuliere tweedehands markt.
Verlengen gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups
Het loon van de dga van een innovatieve start-up mag voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon. Deze versoepeling van de gebruikelijkloonregeling zou vervallen per 1 januari 2022. De vervaldatum wordt opgeschoven naar 1 januari 2023 omdat de evaluatie, die voor 2022 zou plaatsvinden, nog niet is afgerond.
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten
Er komt een gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling voor de vergoeding van thuiswerkkosten van € 2 per thuiswerkdag. Het betreft de kosten van extra water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, koffie, thee en toiletpapier. Voor de kosten van het inrichten van een werkplek thuis bestaan al zogenoemde gerichte vrijstellingen. Voor een werkdag kunnen niet tegelijkertijd de vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding en de vrijstelling voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer naar de vaste werkplek worden toegepast. Wel kan naast de thuiswerkkostenvergoeding een zakelijke reis naar een andere plek dan de vaste werkplek worden vergoed op dezelfde dag.
De regeling voor vaste reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer werkt als volgt. Als een werknemer ten minste 128 dagen per kalenderjaar naar een vaste werkplek reist, mag de werkgever een vaste onbelaste reiskostenvergoeding geven alsof de werknemer 214 dagen per kalenderjaar naar die vaste werkplek reist. Voor de thuiswerkkostenvergoeding komt een vergelijkbare regeling. De 128 dagenregeling voor de vaste reiskostenvergoeding wordt wel aangepast. Nu is het mogelijk dat een werknemer, die op drie werkdagen per week naar zijn vaste werkplek reist en de andere twee werkdagen thuis werkt, voor die twee thuiswerkdagen de onbelaste reiskostenvergoeding behoudt. Met ingang van 2022 wordt de 128 dagenregeling zowel voor de vaste reiskostenvergoeding als voor de thuiswerkkostenvergoeding pro rata toegepast als structureel wordt thuisgewerkt.
Financiën niet van plan box-3-heffing direct aan te pakken
Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland in een van de massaalbezwaarprocedures over de belastingheffing in box 3 zijn Kamervragen gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de box 3-heffing voor de jaren 2017 en 2018 op stelselniveau in strijd is met het discriminatieverbod van het EVRM. Een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de gelijke behandeling van ongelijke gevallen ontbreekt. De rechtbank zag geen mogelijkheden om het ontstane rechtstekort te repareren, omdat zij daarvoor politieke keuzes zou moeten maken, die aan de wetgever zijn. De staatssecretaris van Financiën wijst erop dat er meer zaken lopen in de massaalbezwaarprocedure. De rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat geen sprake is van strijd met het discriminatieverbod op regelniveau. Verder wijst de staatssecretaris erop dat de Hoge Raad zich nog niet over deze materie heeft uitgelaten. Het bieden van rechtsherstel zou daarom prematuur zijn. De staatssecretaris verwijst naar de nog te presenteren contourennota voor een heffing in box 3 op basis van werkelijk behaalde rendementen. Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet is het wachten op het volgende kabinet om daarin keuzes te maken.
Afschermen adresgegevens in Handelsregister
De staatssecretaris van EZK heeft Kamervragen over het niet uitvoeren van een door de Tweede Kamer aangenomen motie over het afschermen van de privéadressen van ondernemers in het Handelsregister beantwoord. De staatssecretaris vindt het standaard afschermen van adressen van ondernemers te ver gaan. Wel heeft zij een voorstel tot wijziging van het Handelsregisterbesluit gedaan om woonadressen standaard af te schermen. Dit biedt echter geen oplossing in gevallen waarin het vestigingsadres van de onderneming gelijk is aan het woonadres van de ondernemer. In die gevallen zou de ondernemer een alternatief vestigingsadres voor de onderneming moeten kiezen. Volgens de staatssecretaris is dat mogelijk, zelfs wanneer de werkzaamheden uitsluitend of overwegend op het woonadres plaatsvinden. Het streven is dat dit voorstel in het najaar van 2021 in het Staatsblad wordt gepubliceerd.
Het vermelden van het vestigingsadres van ondernemingen en rechtspersonen in het openbarre Handelsregister draagt bij aan de rechtszekerheid in het handelsverkeer. De staatssecretaris wijst erop dat het Europeesrechtelijk niet is toegestaan om de vestigingsadressen van rechtspersonen af te schermen.
Levering slooppand of bouwterrein?
De levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen is in beginsel vrijgesteld van omzetbelasting. Er geldt een uitzondering op de vrijstelling voor de levering van een gebouw vóór, op of uiterlijk twee jaar na de eerste ingebruikneming en voor de levering van een bouwterrein. Als bouwterrein wordt aangemerkt onbebouwde grond, die bestemd is om te worden bebouwd met één of meer gebouwen.
In een procedure voor Hof Arnhem-Leeuwarden was in geschil of de levering van de onroerende zaak, gecombineerd met in de akte van levering genoemde werkzaamheden, waaronder het saneren en bouwrijp maken van de grond, twee afzonderlijke prestaties betrof of één samengestelde handeling. De werkzaamheden kwamen voor rekening en risico van de verkoper.
Volgens het hof was het doel van partijen de levering van een bouwterrein. Het zou kunstmatig zijn om de levering van het perceel grond en de daaropvolgende werkzaamheden als niet met elkaar verbonden handelingen te beschouwen, omdat het terrein pas na de werkzaamheden bruikbaar was voor het realiseren van de door de koper beoogde nieuwbouw. Naar het oordeel van het hof was sprake van de levering van een bouwterrein en heeft de inspecteur terecht aan de verkoper een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd.