Nieuws
Houd deze pagina in de gaten voor het laatste nieuws en onze inloopspreekuren.
Milieulijst 2021 vastgesteld.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft de Milieulijst 2021 vastgesteld. Deze lijst bevat de bedrijfsmiddelen die bij investering in 2021 kwalificeren voor de willekeurige afschrijving op milieu-investeringen (Vamil) en de milieu-investeringsaftrek (MIA).
Energielijst 2021 vastgesteld
De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft de Energielijst 2021 vastgesteld. In deze lijst zijn de bedrijfsmiddelen opgenomen die kwalificeren voor de energie-investeringsaftrek (EIA).
Verlenging kredietgaranties corona tot 1 juli 2021
De subsidiemodule Garantie ondernemingsfinanciering uitbraak coronavirus (GO-C) en de subsidiemodule Garantie Klein Krediet Corona (KKC) zijn aangepast. Beide subsidiemodules houden verband met steun aan bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus. Met de GO-C staat de overheid voor een deel garant voor leningen verstrekt aan bedrijven. Beide subsidiemodules waren aanvankelijk opengesteld tot en met 15 december 2020 en kenden een vervaldatum van 1 januari 2021. De openstelling van beide subsidiemodules is verlengd tot en met 30 juni 2021. De vervaldatum van de subsidiemodules wordt gewijzigd van 1 januari 2021 in 1 juli 2021. Deze datum sluit aan bij de recent verlengde Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de COVID-19-uitbraak. Steun, die met toepassing van die kaderregeling is goedgekeurd, moet op uiterlijk 30 juni 2021 zijn verleend.
AOW-leeftijd ook in 2026 67 jaar
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de AOW-leeftijd en de aanvangsleeftijd voor de AOW-verzekering voor het jaar 2026 bekendgemaakt. Volgens raming van het CBS bedraagt de resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2026 20,82 jaar. De uitkomst van de formule voor de berekening van de AOW-leeftijd is dat deze in 2026 evenals in 2025 67 jaar bedraagt. De aanvangsleeftijd voor de AOW-verzekering blijft 17 jaar.
Wetsvoorstellen Belastingplan 2021 aangenomen door Eerste Kamer
De Eerste Kamer heeft de wetsvoorstellen van het Belastingplan 2021 aangenomen, inclusief de novelle betreffende de BIK. De wetsvoorstellen Overige fiscale maatregelen 2021 en Eenmalige huurverlaging waren al eerder door de Eerste Kamer aangenomen.
De Eerste Kamer heeft een motie aangenomen waarin het kabinet wordt gevraagd om onderzoek te doen naar een meer neutrale behandeling van ondernemers in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. De uitkomsten van dat onderzoek zouden in de eerste helft van 2021 bekend gemaakt moeten worden.
Belastingplicht vennootschapsbelasting
De onderworpenheid van een lichaam aan de vennootschapsbelasting voor een jaar vloeit voort uit de wet. Dat de Belastingdienst het lichaam voor dat jaar niet heeft uitgenodigd om aangifte te doen voor de vennootschapsbelasting en het lichaam geen aangifte heeft gedaan en niet in de heffing is betrokken, heeft niet tot gevolg dat het lichaam niet aan de vennootschapsbelasting is onderworpen. Ook de omvang van de in Nederland belastbare winst van een jaar van een aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichaam vloeit voort uit de wet. Ook als de winst niet is aangegeven en niet in de heffing is betrokken, heeft dat niet tot gevolg dat een lichaam geen belastbare winst had in het betreffende jaar.
Een vennootschap naar buitenlands recht kocht in 1999 een in Nederland gelegen onroerende zaak voor € 249.579. In 2008 is de zaak verkocht voor € 405.000, waarvan € 5.000 voor roerende zaken. De vennootschap heeft voor de jaren tot en met 2008 geen aangifte gedaan voor de vennootschapsbelasting en is voor die jaren ook niet in de heffing ervan betrokken. De inspecteur heeft een navorderingaanslag vennootschapsbelasting over 2008 opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 405.250. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft, na te hebben geoordeeld dat de vennootschap in 2008 als binnenlandse belastingplichtige was onderworpen aan de vennootschapsbelasting, de boekwinst bij verkoop bepaald op € 206.576. Het hof heeft de afschrijvingen in de periode van 1999 tot 2008 bepaald op € 56.155, zijnde negenmaal 2,5% van de aanschafwaarde.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het hof ongegrond verklaard. De vennootschap genoot door het aanhouden van een onroerende woning sinds 1999 winst uit onderneming. Daardoor was de vennootschap belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Het door de vennootschap bepleite stelsel van waardering op kostprijs is niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik, omdat geen rekening wordt gehouden met de optredende slijtage. Het hof heeft de boekwinst terecht berekend met inachtneming van afschrijvingen.